Gras

Wie aan gras denkt, denkt waarschijnlijk al snel aan koeien. Boeren gebruiken voor gras ook vaak de defitinie “hetgeen dat voornamelijk door grazers gegeten wordt”. Echter, de term gras, is een meer omvattende term en eigenlijk is er geen sluitende definitie voor. Sommige gebruiken de definitie “blaadjes met strakke langwerpige groene blaadjes”, echter omvat ook die term niet alles, omdat er grasfamilies zijn die anders gevormd zijn dan het typische gras wat men kent. Hieronder slechts een kleine greep uit de grasfamilies:

Cypergrassenfamilie (Cyperaceae)
Lisdoddefamilie (Typhaceae)
Russenfamilie (Juncaceae)
Zeegrasfamilie (Zosteraceae)
Engels gras (Armeria maritima)
Paradijslelie (Paradisea liliastrum)
Graslathyrus (Lathyrus nissolia)
Grote graslelie (Anthericum liliago)
Eendagsbloem (Tradescantia virginiana)
Tradescantia ohiensis
Xanthorrhoea “grasboom”
Xyridaceae
Hennep (Cannabis sativa)
Lepelblad (Cochlearia)
Kleefkruid (Galium aparine)

Bovenstaande doet eigenlijk al vermoeden dat er veel diversiteit bestaat tussen de grasfamilies. Sommige onder hen zijn namelijk een soort bloemetjes.

Overigens wordt aan deze grasfamilies ook vaak de term onkruid gegeven. Onkruid is een ongewenste plan.

1 Reactie

  1. Een gazon heeft vooral in het eerste jaar extra water nodig. Daarna zijn de wortels lang genoeg om het water in de grond te bereiken. Je hoeft de tuin dan alleen te sproeien in droge periodes. Sproei bij voorkeur ’s ochtends vroeg als de zon nog niet fel schijnt. ’s Avonds sproeien levert een nat en dus schimmelgevoelig grasveld op. In felle zon verdampt het water te snel en fungeren de waterdruppels als een vergrootglas, waardoor het gras kan verbranden. Meer over watergebruik in de tuin lees je op Water besparen in de tuin .

Reacties zijn gesloten.